Viñales

9 maart 2020 - Vinales, Cuba

Vandaag ga ik naar Viñales, een dorpje in de Viñalesvallei in de meest oostelijke provincie Pinar del Rio. Van veel mensen tijdens mijn reis heb ik gehoord dat dit hun favoriete bestemming was, vanwege de mooie natuur. Viñales staat bekend om de kalksteenrotsen, oftewel Mogotes, van ong 300-400 hoog en 160 miljoen jaar oud. Om 11.25 uur ging de bus, dus om 10.25 uur present op het station. We zouden 15.15 uur aankomen, maar de bus had wat vertraging en het werd 15.45 uur. Iliana, de eigenares van m’n casa, stond al te wachten met een bordje met mijn naam en de naam van een Spaans meisje, maar die benaderde ons niet. Dus toen zijn we gaan lopen naar het roze huis van Iliana en haar man Albe. En niet alleen het huis is roze... Ik heb een kamer en badkamer voor mezelf en er is ook een gedeelde woonkamer. Uiteindelijk kwam toch ook het Spaanse meisje aan, ze had ons niet zien staan door de drukte bij de bus. Carla heet ze, en ze kreeg de andere kamer. We wilden allebei een paardrijtour door het nationale park doen morgen, dus dat had Iliana gelijk geregeld voor ons. Met z’n tweeën zijn we door het dorpje gewandeld, veel casa’s, restaurants en toeristen! In een half uur wandelen heb je zo het meeste gezien. We aten een pizza ergens en keken de zonsondergang vanaf het dakterras van onze casa. Ik wilde nog wel het dorp in om te kijken naar de uitgaansgelegenheden, en na wat twijfelen wilde Carla toch ook wel mee. Ze is afkomstig van Gran Canaria, maar studeert nu bijna 5 jaar in Boston psychologie, en heeft veel buitenlandse stages gedaan en gereisd. Over 2 maanden studeert ze af, en wilt ze graag een master gaan doen in Londen, maar het is nog spannend of ze wordt toegelaten. Ze heeft nu een week ‘springbreak’ dus bezoekt in Cuba alleen Havana, Varadero (toeristische badplaats) en Viñales. Haar opa en oma van moederskant zijn na de revolutie illegaal gevlucht uit Cuba (ze waren tegen het communisme en zagen de economie verslechteren, dus op een boot met illegale papieren de atlantische oceaan overgestoken) en op Gran Canaria terecht gekomen. Haar opa heeft altijd in een tabaksfabriek in Havana gewerkt, en ze wilde graag Cuba bezoeken om te zien waar hij vandaan komt. Toen we dichter bij het centrale plein kwamen, zagen we veel mensen op straat en hoorden we muziek. Bingo! Salsafeestje met live muziek. Mojito erbij en dansen maar. En nu weet ik dat niet álle Cubanen kunnen dansen: mijn kleine mollige, maar vriendelijke partner had zeker losse heupen en kende de passen, maar ik kwam er na twee nummers achter dat hij inderdaad steeds uit de maat danste. Al snel irriteerde ik me eraan, als vrouw kan je er niet zoveel aan veranderen aangezien de man leidt. Ik hoopte dat een van de andere Cubanen me ten dans zouden vragen, maar helaas was ik afgebakend door de slechte danser. Het feestje zette zich voort in centra cultural Polo Montañez, waar dansers en zangers optreden, en er ruimte is om te dansen. Daar wist ik hem gelukkig te lozen, en kon ik nog even dansen met iemand die wel ritmegevoel had. Om 12 uur richting huis, morgen staat de wekker vroeg.

Om 8 uur kwam de gids Gilbert ons ophalen bij de casa en kregen we onze paarden toegewezen. Carla zat op Caramello, ik op Lucero, 2 goed verzorgde bruine knollen. De tocht naar het nationale park van Viñales begon. Het wordt beschermd door UNESCO, dus alle boeren mogen hun land niet besproeien met pesticiden. De omgeving was heel mooi, en de paden avontuurlijk: berg op en af, rotsen, zand, door beekjes. We bezochten een tabaksplantage, waar we een rondleiding en demonstratie van het maken van een pure sigaar kregen. De tabaksbladeren bloeien tussen december en maart, waarna ze worden geplukt met de hand. In een houten schuur drogen ze voor 2 maanden, waarna ze worden verpakt in honing en gedroogde palmbladeren om te fermenteren. Vervolgens gaat het rollen van een pure sigaar met de hand! Verwikkelt in een papiertje, wat nog extra vocht kan opnemen, duurt het tot bijna een uur tot een sigaar goed is gerold. 90% van de oogst moet worden afgestaan aan de regering, die er vervolgens chemicaliën bijstoppen en de sigaren verkopen aan het buitenland. De overige 10% mag de plantage zelf verkopen. Tegen mijn principes in heb ik me toch ook maar aan een ‘puro’ sigaar gewaagd. Wel met een natuurlijk filter, gedoopt in honing. Ik moet zeggen dat ik het niet heel smerig vond, maar ondanks dat ik maar 3 trekken had genomen (sigaren rook je alleen over je mond), had ik nog de hele ochtend een nasmaak en droge bek haha. Verder te paard naar een koffie, honing en rumplantage. In totaal zijn er zo’n 60 verschillende koffiebonen ter wereld, en in Cuba groeien er 2: de robusta (wat bitterder, makkelijk te verbouwen) en nog een andere waarvan ik even de naam kwijt ben (heeft een aangenamere smaak, maar is erg vatbaar voor plagen). De uiteindelijke koffie is een mix van de 2 bonen. Van koffieplant tot koffiepoeder is weer een zeer arbeidsintensieve klus op deze plantage, aangezien alles op de ouderwetse manier met de hand gaat. 80% van de koffie moet worden afgestaan aan de regering. Daarnaast leven er in Viñales speciale bijen aan de rand van de bergen, die hun nest onder de grond bouwen. De grond in Cuba is erg rood van kleur, dat komt doordat het veel mineralen bevat en voornamelijk ijzer. Daardoor is de honing uit Viñales goed voor bijvoorbeeld bloedarmoede. De honing is veel vloeibaarder en kristalliseert niet, omdat het veel minder suiker bevat (‘normale’ honing bevat bijna 90% suiker, bijna 10% water en een klein percentage mineralen). Erg lekker was het ook! Als laatste kregen we nog de ‘Guayabita rum’ te proeven. Guayaba’s zijn vruchten, ze worden ook wel Cubaanse appels genoemd (smaken wel heel anders en de textuur is wat zachter). Deze rum wordt gemaakt van de allerkleinste guayaba’s (vandaar de uitgang -bita), en er blijft er altijd eentje achter in de fles die de persoon van de laatste slok moet eten. De rum is iets sterker (40% alc) dan bijvoorbeeld de bekende Havana Club (37,% alc). Een fles is ook erg prijzig: 26 CUC, omdat de rum steeds ‘zeldzamer’ wordt. Na dit bezoek vervolgden we onze trip naar een mooi uitzichtpunt naast een meer, wat er erg laag bijlag aangezien het het droge seizoen is. We dronken een cocosnoot en hadden nog een laatste etappe voor de boeg tot onze Casa. Tijdens dit laatste stuk werd mijn paard een beetje strijdlustig en vond dat hij ook wel eens een keer vooraan mocht lopen. Caramello was het mikpunt, en ik moest me een aantal keer goed vasthouden. Ze maakten er een wedstrijd van, soms op erg onhandige, rotsige, steile plekken, maar het was ook wel weer grappig. Niemand gevallen in ieder geval! En het laatste stuk kalmeerden ze weer gelukkig. Onze gids Gilbert moest er vooral om lachen. Misschien kwam het ook omdat het begon te spetteren en de lucht wat donkerder werd waardoor de paarden onrustig werden. Iets voor 12’en werden we weer veilig afgezet bij onze Casa en nam ik afscheid van Lucero. De blauwe plekken op m’n kont waren weer tevoorschijn gekomen na herstel van de paardrijtocht in Trinidad, maar desondanks was het erg leuk en mooi. De honger had ingeslagen, dus Carla en ik gingen voor lunch in onze straat, die wat goedkoper is dan de Hoofdstraat. Veel leuke restaurantjes! Ik had croquettas, soort bitterballen, en een quesadilla met tonijn. ‘s Middags wilden we nog wat highlights bezoeken rondom het dorp, maar zaten een beetje te puzzelen hoe. Op de fiets was het oorspronkelijke plan, maar een bekend en het mooiste uitkijkpunt bij een hotel lag veel te hoog voor fietsen, en lopen zou een uur duren. Toen kwamen we erachter dat er een speciale bus langs alle highlights rijdt. Bij de bushalte werden we aangesproken door een taxichauffeur, die ons wel mee wilde nemen op de tour voor wat meer geld natuurlijk. Het was ondertussen half 2, de bus kon ieder moment aankomen, maar wat we niet hadden bedacht is dat hij maar 1x in de 1,5 uur rijdt. Dat betekent dus dat je bij elke uitstap 1,5 uur moet blijven. En dat we misschien niet eens alles zouden kunnen zien. Dus toch maar een goede deal gemaakt met de taxichauffeur Michel en dat bleek een goede zet! Hij wist veel te vertellen over alles waar we heen gingen en op de meeste plekken  waren we niet langer dan 20 min. Als eerste gingen we naar ‘la Cueva del Indio’ (de grot van de indiaan). Een grot in een van de Mogotes waar een rivier doorheen stroomt. Deze grot werd in 1920 herontdekt door een herder die zijn dieren kwijt was. De rivier was geschikt voor het opwekken van elektriciteit, dus er werd een centrale in gebouwd die werd gebruikt tot aan de revolutie. Nu komen er alleen toeristen en kan je met een bootje in de grot over de rivier varen. Die is 2-6m diep, maar stijgt in het regenseizoen tot 12m, dus dan kan je er niet in. De tweede stop was ‘Mural de la Prehistoria’, een muurschildering op een andere Mogote. Op deze plek zijn fossielen gevonden van dinosauriërs. Het idee was om er een museum van te maken, maar Fidel Castro wilde er graag een enorme muurschildering hebben, omdat hij dacht dat dat meer mensen zou trekken. Zo gezegd, zo gedaan. Een van de beste studenten van een Mexicaanse kunstenaar werd ervoor ingehuurd, en na 4 jaar was de schildering af. Het vertelt het verhaal van de verschillende tijdperken: amoebes, dino’s, mensen en dieren. Een vlak is nog opengelaten voor het tijdperk dat nog moet komen. Van een afstand lijkt de schildering plat, maar het is gemaakt op een berg dus heeft wel degelijk reliëf. Er is een speciale schildertechniek gebruikt: alles is geschilderd met strepen, en na elke gekleurde streep komt een streep zwart. Dit is alleen te zien als je dichterbij komt, samen met touwen die aan de rotswand hangen en gecamoufleerd geschilderd zijn. Elke 4 jaar wordt de schildering namelijk weer gerenoveerd en daar zijn de touwen voor nodig. De laatste stop was het mooiste uitkijkpunt bij hotel los Jazmines. Helaas was het de hele middag al slecht weer en stortte er zo af en toe wat regen naar beneden, dus het uitzicht was vooral bewolkt. Desondanks mooi! Michel zette ons af bij de casa, het was pas 16 uur, dus ik ging aan de slag met m’n huiswerk voor Spaans en Carla liep nog even een rondje door het dorp. Zij vertrekt morgen weer naar Amerika. Albe, de man van Iliana, kreeg de opdracht ons nog even te vermaken, omdat Iliana uit haar werk nog even op bezoek ging bij haar vader. Albe is een echt plattelandscubaan wat zijn accent betreft, en dat betekent dat zelfs Carla soms moeite heeft hem te begrijpen. Moet je nagaan hoe goed ik m’n best moest doen om hem te verstaan, dus ik was blij dat Carla er was voor vertaling soms. Albe maakte mojito’s voor ons in het schuurtje achter het huis. Eigenlijk met de verkeerde, te lichte rum, want ze hadden niet meer de speciale voor mojito’s van Havana Club in huis. Desondanks lekker met eigen verbouwde munt en limoen erin. Albe is 60 jaar, heeft 2 kinderen en 1 kleinkind uit een vorig huwelijk en heeft wiskunde gestudeerd. Iliana en hij hebben nooit samen kinderen gekregen. Hij heeft altijd met veel plezier als docent gewerkt aan de universiteit, maar toen hij erachter kwam dat zijn studenten meer verdienden met hun bijbanen, besloot hij toch maar te wisselen. Eigenlijk zonde, thanks to het communisme. Nu werkt hij als technicus, en installeert en maakt hij airconditioning en koelkasten. Carla probeerde subtiel een politiek gesprek met hem aan te knopen, maar zoals alle Cubanen tot nu toe bleef ook Albe geen mening los. Wel zei hij dat mensen niet heel geschokt waren toen Fidel Castro overleed, omdat hij al langere tijd ziek was (kanker) en men dit dus zag aankomen. Wat wel schokkend was voor de Cubanen, dat Fidel eerder van zijn presidentschap afzag en het overgaf aan zijn broertje Raúl. Iedereen had gedacht dat hij tot aan zijn dood president zou zijn. De president nu (Raúl is in 2018 afgetreden) is een vriend van de Castro’s, dus veel is er niet veranderd sinds toen. Ondertussen was Iliana thuisgekomen, met een fles Havana Club! We kregen nog een zelfgemaakte mojito van Albe en dit keer dus met de goede rum. Je proeft het verschil! Terwijl we nog zaten te praten en te drinken, viel de stroom uit in de hele stad. Iliana ging verhaal halen en er bleek een elektriciteitsmast omgevallen te zijn. Het was al een tijdje geleden dat dat was gebeurd, helaas hadden wij de eer om het mee te maken. Zoiets is in Cuba natuurlijk niet 1 2 3 gefixt. In Santa Clara heb ik ook een stroomstoring meegemaakt, maar dat was blijkbaar een klein probleem, want er was binnen een half uur weer stroom. Maar nu was het na een half uur nog zeker niet over.. Carla en ik hadden ondertussen, bijna half 9, wel honger gekregen. Dus toch maar op pad om te kijken of er een restaurant met een generator was. En ja hoor, daar waren er wel een paar van, dus gelukkig konden we eten. Het regende nog steeds, was aardig koud, en de stroom deed het nog steeds niet, dus nog uitgaan zat er niet in. Helaas zat een warme douche om op te warmen er ook niet in. ‘s Nachts werd ik wakker van de airco die aansprong, maar even later weer uitviel. Pas de volgende ochtend rond 7 uur was er weer stroom, zo’n 12 uur na de uitval. Ik zat alweer vroeg aan het ontbijt, aangezien de taxi collectivo naar het strand om 8 uur voor de deur zou staan. Ik ging naar Cayo Jutías, een natuurlijk schiereiland op 2 uur rijden van Viñales. De taxi was groot, plek voor 14 man! De weg was hobbelig, en vooral de laatste 4km duurde lang. De onverharde kant van de weg was er nog beter aan toe dan het asfalt met overal gaten. Om half 11 kwamen we aan bij het strand, wit zand, blauwe zee, wat restaurantjes. Het was nog wat bewolkt en het waaide hard, maar gelukkig trokken de wolken snel weg. De zee was wel wild door de wind, maar dat weerhield me er niet van een duik te nemen. Lekker stranddagje gehad, om 16 uur werden we weer opgehaald door de taxi. 2 uur over helse wegen terug, maar het was weer een mooie rit. Helaas was bij thuiskomst de stroom er weer af, dus dat werd een koude douche. En nog geen 5 min nadat ik klaar was met douchen, ging de stroom er weer op. Jammerrr. Terwijl ik nog even zat te lezen op het dakterras en de zonsondergang bekeek, kwam een aangetrouwde neef van Albe nog even met me kletsen. Zelfs op een dakterras ben je niet veilig :p Om 20 uur begon ik wel weer honger te krijgen en ging ik naar een goedkoop restaurantje, wat Carla en ik eerder hadden gespot, maar wat geen generator had. Daar een lekkere ropa Vieja gegeten met een piña colada als toetje. Elke zaterdag is er in Viñales een feest in de hoofdstraat met allemaal kraampjes met eten, maar vooral met cocktails. En muziek natuurlijk. Ik nam een piña colada, die vers voor je ogen werd gemaakt, en het was de beste tot nu toe! Er werd salsamuziek gedraaid, dus veel mensen gingen dansen. Toevallig kwam ik Eldris tegen, de zeer goede danser die Carla wat moves bijbracht, terwijl ik met de slechte zat opgescheept 2 avonden ervoor. Omdat het morgen internationale vrouwendag is, wat wordt gevierd in Cuba (als het op een werkdag is, wordt er altijd een feest gehouden in de bedrijven zei Iliana) kwamen er verschillende artiesten optreden met verschillende stijlen. Dat was erg leuk, want daardoor kon Eldris me verschillende dansstijlen leren. Bachata, merengue, salsa, reggaeton, en zelfs de Cubaanse moves op electronische muziek. Superleuk! Hij was een goede leider, waardoor het bij mij ook goed ging. Eldris vroeg zelfs of ik niet een klein beetje Cubaans bloed heb haha. Tegen half 2 werd het wel veel reggaeton, dus gingen we nog even naar een bar waar salsamuziek werd gedraaid, want dat blijft toch wel m’n favoriet. Eldris vertelde nog dat zijn vader huisarts is in een dorp 50km verderop, en dat hij ook op veel missies is geweest naar Venezuela, Bolivia, Chili, etc (Cubaanse artsen zijn erg sociaal en gaan vaak aan het werk in afgelegen gebieden in andere arme landen). Om half 3 lag ik weer in bed. De volgende ochtend om 9 uur ontbijt om op tijd klaar te zitten om m’n team aan te moedigen in een belangrijke wedstrijd. Iliana en Albe hebben een router, dus ik kon gewoon lekker daar kijken. Over de uitslag zal ik het verder maar niet hebben ;) Daarna pakte ik m’n spullen, zei Iliana en Albe gedag (Albe feliciteerde nog met vrouwendag), en ging op pad richting het centrum waar m’n bus om 14 uur vertrok richting Havana. Nog even gevideobeld met papa, mama, Nick, en Sjors en Saar gezien!

Foto’s