Baracoa 2

20 februari 2020 - Baracoa, Cuba

Half 8 de wekker, 8 uur aan het ontbijt. Om 9 uur werden we opgehaald door Steve en chauffeur Octavio in zijn coole oldtimer taxi. Samen met een (beetje aparte) Duitse dame gingen we op excursie naar wat uitzichtpunten rondom Baracoa, een cacaoplantage, de Yumuri rivier en playa Manglito. Steve vertelde ons van alles over de natuur, bomen, planten, religies, muziek en dans. Veel natuurlijke producten worden gebruikt in de geneeskunde, aangezien de medicijnvoorraad hier schaars is. Baracoa heeft een optimaal klimaat voor veel vruchten, aangezien het hier vaker regent dan in andere gebieden van Cuba. Cacao is het beroemdste product hier. Als fruit rijp is, valt het normaal gesproken zelf van de bomen door het gewicht. Echter zit de cacaovrucht erg stevig vast aan de boom. Hoe de bomen zich toch voort kunnen planten zonder menselijke invloeden: orkanen! Zijn ze toch nog ergens goed voor. Cacaobomen staan altijd gemixt met bananenbomen, omdat ze elkaars nutriënten nodig hebben (in bananenbomen zit bijvoorbeeld veel kalium, wat cacao nodig heeft om te groeien). In september komen de bomen in bloei en van maart tot juni is het beste seizoen voor de oogst. Binnenin de vrucht vind je de cacaobonen met daaromheen wit vruchtvlees. De bonen en het vruchtvlees fermenteren voor 6 dagen in gedroogde palmbladeren en daarna nog 4 dagen in goede zon. Zo ontstaat een soort honingachtige vloeistof waarvan cacao liqueur wordt gemaakt. De bomen worden een voor een met de hand geschild, en vervolgens gebrand. Deze kan je gebruiken voor koffie. De bonen kan je malen, waardoor er vetten vrijkomen en er een pasta ontstaat. Als je de pasta verwarmd, komt de olie boven te liggen en deze wordt gebruikt voor cacaoboter. De pasta kan je kneden tot een bal, deze laten drogen, en vervolgens raspen tot cacaopoeder voor chocolademelk! Cacao bevat cafeïne, anti-oxidanten, serotonine etc. We mochten van elk proces proeven wat de uitkomst was, en vervolgens ook chocolade van 100% cacao, bonbons met honing en banaanpoeder van binnen. Lekkerrrr! Daarna liet Steve ons het dorp zien waar de eerste Cubaanse dans is ontstaan (daar ben ik even de naam van kwijt). Hier mochten we verschillende instrumenten bespelen en leerden we de dans. We reden verder naar de Yumuri rivier tussen de enige kliffen van Cuba. Erg mooi gezicht, maar de rivier heeft wel een verdrietige geschiedenis. Toen de Spanjaarden kwamen, voelden de indianen zich zo bedreigd dat ze zelfmoord pleegden door van een klif in de rivier te springen. Daarbij wilden ze ‘yo moro’ (‘ik sterf’ in het Spaans) naar de Spanjaarden roepen, maar de indianen spraken het verkeerd uit als ‘Yumuri’, vandaar de naam van de rivier. Eerst liet Steve ons nog een boom zien waarin polymita slakken te vinden zijn. Deze slakken hebben een supermooi, gekleurd slakkenhuis. Hierdoor zijn ze een prooi voor mensen, maar in Cuba is het nu verboden om de slakken te doden. Per houten roeiboot werden we over de rivier naar een eilandje gebracht, waar we een duik konden nemen in het heldere water. De laatste stop was bij het strand Playa Manglito, waar we heerlijk hebben geluncht en nog even hebben gezwommen. In de oldtimer scheurden we weer naar de Casa en werden netjes afgezet. Even opgefrist en gerelaxt. Rond 9 uur nog wat gegeten en even naar het plein gelopen.

Foto’s