Cayo Coco - Ciego de Ávila

27 februari 2020 - Ciego de Ávila, Cuba

Woensdag was het weer heerlijk, en weinig wind waardoor de zee heel kalm en vlak was. Ik pakte wel even een schaduwplekje deze dag, naast de factor 50, aangezien m’n verbrande plekjes even moesten bijkomen. ‘s Middags rond een uur of 3 trok er bewolking over, maar aangezien de temperatuur aangenaam bleef, las ik nog even m’n boek uit op het strandbedje. Grootste fout! Ik was er al voor gewaarschuwd: steekvliegjes! Ik heb ze niet gezien, maar de gevolgen ervan voel ik nu wel. Ik denk dat ik zo’n 20x ben gestoken, dus de anti-jeuk stick is m’n beste vriend geworden. Vervolgens ook maar weer wat beter gaan sprayen tegen de muggen/vliegjes, maar het kwaad was al geschied. M’n laatste nachtje in m’n lekkere grote bed ging in. Op donderdag alles ingepakt, nog even genoten van het lekkere ontbijt en uitgecheckt. Vervolgens weer op het strand beland aangezien het weer beter was dan dat ik in eerste instantie had gedacht vanuit de voorspellingen. Het waaide wel weer wat meer, de golven waren weer aanwezig, maar de zon scheen! Rond 4 uur me klaar gemaakt om te vertrekken, en nog even een laatste piña colada gedronken in de lobby van het hotel. Stipt om 5 uur stond Raúl op de stoep met z’n mooie groene wagen. Het duurde even voor ik m’n koffer kon pakken, aangezien de man met de sleutel van het kofferhok van ver moest komen. Toen ik vervolgens de taxi zocht, was hij verdwenen. Maar gelukkig kwam hij niet veel later weer voorrijden en bleek dat Raúl een klein jochie even een rondje van de zaak had gegeven op de oprit van het hotel. Maar nu was het mijn beurt weer in de mooie auto. Raúl is een kleine, iets opgezette Cubaan met van die pretoogjes. Zijn Spaans is moeilijk te begrijpen aangezien hij snel en binnensmonds praat. Desalniettemin nam hij wel de moeite om dingen te herhalen als ik weer eens zei ‘despacio’ (langzaam) of ‘no entiendo’ (ik begrijp het niet). Om het ijs te breken met een man van middelbare leeftijd is het altijd goed om te vragen naar zijn kinderen. En ja hoor, hij stopte voor de afslag, negeerde de auto achter hem, en nam gerust even de tijd om zijn  vrouw, dochter en kleindochter te laten zien. Raúl bleek 40 te zijn, dus ik zei al ‘abuelo joven’ (jonge opa!). Hij bleek op z’n 18e al z’n eerste dochter te hebben gekregen, en op z’n 22e nog een dochter. Zijn kleindochter is nu 2 jaar. Desondanks zegt Raúl nog zeker een nachtje doorhalen met dansen en bier aan te kunnen hoor. De hippe muziekinstallatie in z’n mooie bak ging ook weer op standje max, en hij probeerde teksten aan me uit te leggen. Die gingen zoals gewoonlijk over dansen, liefde, vrouwen en nog meer vrouwen. Toen kwam weer naar boven dat het in Cuba normaal is om als man met meerdere vrouwen te gaan, maar vrouwen met meerdere mannen is uit den boze. Toen ik vroeg of Raúl nog andere vrouwen zag naast zijn echtgenote, deed hij daar natuurlijk geheimzinnig over, maar z’n pretoogjes hebben hem verraden. Hij begon natuurlijk ook over mij, dat als ik eenmaal een Cubaan had, ik niet meer terug zou willen naar de Nederlanders. Terwijl we over de 27km lange dijk reden die het eiland Cayo Coco met het grote eiland van Cuba verbindt, gaf Raúl plots een 3 pesos munt (waarde van €0,12) aan me, die ik mocht houden. Het was een bijzondere blijkbaar, want het hoofd van Che Guevarra stond erop. De volgende stad die ik bezoek is Santa Clara, dé stad met memoires aan Che, dus misschien had Raúl dat wel onthouden en gaf hij me daarom zo enthousiast de munt. Mooi dacht ik, tijd voor wat serieuzere praat. Ik vroeg naar wat Raúl vond van Che, en Castro, en het communisme. Over alles maakte hij een onverschillig gebaar en zei er verder niets over. Wel leek hij meer fan te zijn van Che Guevarra, dan van Fidel Castro. Raúl is een Cubaan die het zo op het gezicht goed voor elkaar heeft: goede taxi business met een zeer goed onderhouden oldtimer, mooie kleding en schoenen, horloge om de pols, casa particular, etc. Ik zou hem daarom wel inschatten als een typ voor kapitalisme, waarin hij misschien wel meer uit z’n ondernemerschap zou kunnen halen. Toch leek hij dus meer fan te zijn van Che Guevarra, en dat was eigenlijk de echte communist. Onderweg stond er toevallig een bekende van Raúl langs de weg te wachten op de bus, dus haar geluk dat ze even mee kon liften met ons. Raúl zette me netjes af bij de Casa van een vriendin van hem, aangezien zijn Casa al verhuurd bleek te zijn. Het was een mooi huisje en een mooie kamer. De dame des huizen, waarvan ik de naam ben vergeten, woont samen met haar zoon en tante in het achterhuis en verhuurd het voorste gedeelte. Nadat ze alle zaken had uitgelegd, vroeg ik of er een restaurant in de buurt zat om te eten. Ze zei een dametje te kennen met een Casa die ook eten serveert, maar toen ze die belde bleek ze geen eten meer te hebben. Vervolgens liep ze heel aardig met me mee naar het restaurantje, en zei dat ik goed op moest letten hoe we liepen. Daar, als enige gast, at ik een bord rijst met groenten en liep vervolgens nog richting het hoofdplein van Ciego de Ávila, waar ook WiFi was. Toen ik vervolgens terug bij de Casa kwam, stond de dame me op te wachten aan het hek. Blijkbaar was ze ongerust geweest, dacht ze dat ik verdwaald was, en was ze zelfs naar het restaurant teruggelopen om me te zoeken. Haar zoon had al gezegd, joh ze is vast de hort op, maar ze dacht dus dat ik verdwaald was. Oepsie, arme dame. Ik red me overal makkelijk dankzij de app maps.me, die je gewoon offline kan gebruiken voor routes, en zelfs heel veel restaurants, casas, busstations, winkels, wisselkantoren, etc worden erop aangegeven. Ideaal! Ik had even tegen de dame moeten zeggen dat ik dit tot m’n beschikking had haha. Maar gelukkig was ik heelhuids thuis en konden we rustig gaan slapen!

Foto’s